Skip to main content

Een open blik voor rijke interactie

In dit project detecteerden leerkrachten en studenten via een observatie-instrument meer spreekkansen in de klas. Zo kreeg elk kind taalgroeikansen en hielden ze de hele klas aan boord. In een dialoog tussen de leerkrachten van de betrokken basisscholen, de studenten van de lerarenopleidingen en de lerarenopleiders, wisselden ze recente inzichten en goede praktijken uit.

““ORION leerde me kijken naar dingen waar ik eigenlijk niet spontaan aan dacht.” (student kleuteronderwijs)

“Het uitwisselen van praktijkvoorbeelden op de samenkomsten op de projectscholen was een meerwaarde: andere invalshoeken, andere manieren om iets aan te pakken. Bepaalde praktijkvoorbeelden willen we zeker meenemen in onze werking.” (leraar)

Bekijk hier de beknopte voorstelling van het projectplan van deze hogeschool (Show & Tell – Kick-off en netwerkevent KKGK 11 mei 2022).

Output van het project

Lees hier de good practices over de inzet van het ORION-instrument en het opzetten van een leergemeenschap tussen basisscholen om eigen good practices uit te wisselen.

Lees hier getuigenissen van deelnemers aan het traject (leerkrachten en studenten).

Uitgebreide beschrijving van project

In het project van Odisee – Een open blik voor rijke interactie werkten we aan het opmerken en vergroten van spreekkansen van kinderen die (te) weinig taalkansen krijgen in de klas. Elk kind in de klas taalruimte en taalgroeikansen bieden was het doel. Via een dialoog tussen de leerkrachten van de betrokken basisscholen, de lerarenopleiders en de studenten van de lerarenopleidingen, werden recente inzichten en goede praktijken uitgewisseld. Een opleiding werd gegeven over ORION, het Observatie-instrument voor Rijke Interactie in de ONderbouw dat ontwikkeld werd op Odisee. Via kennismaking met het instrument, oefensessies met filmpjes uit de basisschool, uitwisseling van bevindingen werd gewerkt rond bewustmaking van het daadwerkelijke aanbod aan spreekkansen in de klas. Dat bleek voor sommige kinderen bedroevend laag te zijn en is net essentieel voor elk kind, niet in het minst voor kinderen met een lagere taalvaardigheid (en die dus in de gevarenzone van KOALA zitten). Die online sessie werd (3 maal) ingericht voor de betrokken basisscholen en voor de studenten van Odisee die in het kader van hun bachelorproef werken rond taalstimulering. De studenten gaven aan dat dit in kaart brengen van spreekkansen voor hen een echte eye opener was. Dit werd het startpunt om hun aanbod op stage aan te passen voor de minder praatgrage kinderen en hun aanbod te verdiepen voor alle kinderen in de klas. Op basis van die observaties en inzichten kwamen studenten tot een handelingsplan om kleuters meer spreekkansen te geven en te komen tot diepgaandere gesprekken. Dit resulteerde in boeiende interventies op stage rond diepgaande gesprekken, verband tussen welbevinden en spreekkansen in de klas, monitoren van spreekkansen per dag, aanzwengelen van peer interactie, meer taal tijdens het onthaal en routinemomenten, zelf verwoorden van non-verbale reacties van jongste kleuters, enz.

Daarnaast werden op de live samenkomsten in het lerend netwerk van de betrokken basisscholen tips en tricks uitgewisseld. Elke school bracht minimum één en vaak meerdere taalstimuleringspraktijken voor kleuter- en lager onderwijs naar voor. Voorbeelden hiervan zijn werken met verhaalpicto’s, uitwerken en inzetten van boekwijzers, uitbouw van een echt boekenlabo, lezen met de methode van LIST, een warme en veilige overgang van thuis naar school in het Peuterhuis, omgaan met emoties aan de win-wintafel, visuele en auditieve taalstimuleringsprikkels bij de allerjongsten, ontluikende geletterdheid stimuleren via Kaatje Klank. Bovendien werd op basis van de beginsituatie-analyse op elke school beslist om op de bijeenkomsten op de projectscholen, vanuit Odisee een aanbod te voorzien over woordenschatverwerving, rijke interactie en verhaalbegrip. Dit telkens met aandacht voor meertaallerende kinderen.